verspeldt
- ver·speldt
vervoeging van |
---|
verspelden |
verspeldt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspelden
- Jij verspeldt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspelden
- Hij verspeldt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verspelden
- Verspeldt!