verspeldde
- Geluid: verspeldde (hulp, bestand)
- ver·speld·de
vervoeging van |
---|
verspelden |
verspeldde
- enkelvoud verleden tijd van verspelden
- Ik verspeldde.
- Jij verspeldde.
- Hij, zij, het verspeldde.
- Ik verspeldde.
vervoeging van |
---|
verspelden |
verspeldde