verspaant
- ver·spaant
vervoeging van |
---|
verspanen |
verspaant
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspanen
- Jij verspaant.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspanen
- Hij verspaant.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verspanen
- Verspaant!
- Het woord verspaant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.