Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·schroei·de

Werkwoord

vervoeging van
verschroeien

verschroeide

  1. enkelvoud verleden tijd van verschroeien
    • Ik verschroeide. 
    • Jij verschroeide. 
    • Hij, zij, het verschroeide. 
  2. verbogen vorm van verschroeid, voltooid deelwoord van verschroeien