• ver·ras·ten
vervoeging van
verrassen

verrasten

  1. meervoud verleden tijd van verrassen
    • Wij verrasten. 
    • Jullie verrasten. 
    • Zij verrasten. 
     In Washington kwam ik steeds vaker vriendelijke vreemden tegen die me met van alles en nog wat verrasten.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers