• ver·raad·den
vervoeging van
verraden

verraadden

  1. meervoud verleden tijd van verraden
    • Wij verraadden. 
    • Jullie verraadden. 
    • Zij verraadden. 
     Te midden van de zondagsflaneurs op de Strandvàgen, het meest conservatief-burgerlijke gebied van Stockholm, vermengden de terug naar huis kerende demonstranten zich met burgers alsof ze geen vijanden waren, al verraadden de kleren direct wie wie was.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535