vernoemden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vernoemden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·noem·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vernoemen |
vernoemden
- meervoud verleden tijd van vernoemen
- Wij vernoemden.
- Jullie vernoemden.
- Zij vernoemden.
- Wij vernoemden.