vermeldde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·meld·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vermelden |
vermeldde
- enkelvoud verleden tijd van vermelden
- Ik vermeldde.
- Jij vermeldde.
- Hij, zij, het vermeldde.
- Ik vermeldde.
vervoeging van |
---|
vermelden |
vermeldde