verleenden
- Geluid: verleenden (hulp, bestand)
- ver·leen·den
vervoeging van |
---|
verlenen |
verleenden
- meervoud verleden tijd van verlenen
- Wij verleenden.
- Jullie verleenden.
- Zij verleenden.
- Wij verleenden.
- Het woord verleenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.