verkap
- ver·kap
vervoeging van |
---|
verkappen |
verkap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkappen
- Ik verkap.
- gebiedende wijs van verkappen
- Verkap!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkappen
- Verkap je?
- Het woord 'verkap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.