verindisch
- Geluid: verindisch (hulp, bestand)
- ver·in·disch
vervoeging van |
---|
verindischen |
verindisch
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verindischen
- Ik verindisch.
- gebiedende wijs van verindischen
- Verindisch!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verindischen
- Verindisch je?
- Het woord verindisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.