verhovaardigden
- ver·ho·vaar·dig·den
vervoeging van |
---|
verhovaardigen |
verhovaardigden
- meervoud verleden tijd van verhovaardigen
- Wij verhovaardigden.
- Jullie verhovaardigden.
- Zij verhovaardigden.
- Wij verhovaardigden.
vervoeging van |
---|
verhovaardigen |
verhovaardigden