verhonderdvoudigde

  • ver·hon·derd·vou·dig·de
vervoeging van
verhonderdvoudigen

verhonderdvoudigde

  1. enkelvoud verleden tijd van verhonderdvoudigen
    • Ik verhonderdvoudigde. 
    • Jij verhonderdvoudigde. 
    • Hij, zij, het verhonderdvoudigde. 
  2. verbogen vorm van verhonderdvoudigd, voltooid deelwoord van verhonderdvoudigen