verhing
- ver·hing
vervoeging van |
---|
verhangen |
verhing
- enkelvoud verleden tijd van verhangen
- Ik verhing.
- Jij verhing.
- Hij, zij, het verhing.
- Ik verhing.
- Het woord verhing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
verhangen |
verhing