• ver·hei·me·lijk·te
vervoeging van
verheimelijken

verheimelijkte

  1. enkelvoud verleden tijd van verheimelijken
    • Ik verheimelijkte. 
    • Jij verheimelijkte. 
    • Hij, zij, het verheimelijkte. 
  2. verbogen vorm van verheimelijkt, voltooid deelwoord van verheimelijken