Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·gren·del·de

Werkwoord

vervoeging van
vergrendelen

vergrendelde

  1. enkelvoud verleden tijd van vergrendelen
    • Ik vergrendelde. 
    • Jij vergrendelde. 
    • Hij, zij, het vergrendelde. 
  2. verbogen vorm van vergrendeld, voltooid deelwoord van vergrendelen