vergenoegt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vergenoegt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ge·noegt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergenoegen |
vergenoegt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergenoegen
- Jij vergenoegt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergenoegen
- Hij vergenoegt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vergenoegen
- Vergenoegt!