Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ga·der·de

Werkwoord

vervoeging van
vergaderen

vergaderde

  1. enkelvoud verleden tijd van vergaderen
    • Ik vergaderde. 
    • Jij vergaderde. 
    • Hij, zij, het vergaderde. 
  2. verbogen vorm van vergaderd, voltooid deelwoord van vergaderen