• ver·duur·zaam·de
vervoeging van
verduurzamen

verduurzaamde

  1. enkelvoud verleden tijd van verduurzamen
    • Ik verduurzaamde. 
    • Jij verduurzaamde. 
    • Hij, zij, het verduurzaamde. 
  2. verbogen vorm van verduurzaamd, voltooid deelwoord van verduurzamen