Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·duur·de

Werkwoord

vervoeging van
verduren

verduurde

  1. enkelvoud verleden tijd van verduren
    • Ik verduurde. 
    • Jij verduurde. 
    • Hij, zij, het verduurde. 
  2. verbogen vorm van verduurd, voltooid deelwoord van verduren