verdroot
- ver·droot
vervoeging van |
---|
verdrieten |
verdroot
- onpersoonlijke verleden tijd van verdrieten
vervoeging van |
---|
verdrieten |
verdroot
- enkelvoud verleden tijd van verdrieten
- Ik verdroot.
- Jij verdroot.
- Hij, zij, het verdroot.
- Ik verdroot.
- Het woord verdroot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdroot" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be