Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·don·ker·de

Werkwoord

vervoeging van
verdonkeren

verdonkerde

  1. enkelvoud verleden tijd van verdonkeren
    • Ik verdonkerde. 
    • Jij verdonkerde. 
    • Hij, zij, het verdonkerde. 
  2. verbogen vorm van verdonkerd, voltooid deelwoord van verdonkeren