verdenk
- ver·denk
vervoeging van |
---|
verdenken |
verdenk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdenken
- Ik verdenk.
- gebiedende wijs van verdenken
- Verdenk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdenken
- Verdenk je?
- Het woord verdenk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.