Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bruik·te

Werkwoord

vervoeging van
verbruiken

verbruikte

  1. enkelvoud verleden tijd van verbruiken
    • Ik verbruikte. 
    • Jij verbruikte. 
    • Hij, zij, het verbruikte. 
  2. verbogen vorm van verbruikt, voltooid deelwoord van verbruiken