verbood
- ver·bood
vervoeging van |
---|
verbieden |
verbood
- enkelvoud verleden tijd van verbieden
- Ik verbood.
- Jij verbood.
- Hij, zij, het verbood.
- Ik verbood.
- Het woord verbood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verbood" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be