Spaans

enkelvoud meervoud
valía valías

Zelfstandig naamwoord

valía v

  1. waarde
    «un hombre de gran valía»
    een man van grote waarde

Werkwoord

vervoeging van
valer

valía

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van valer
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van valer