• ur·auf·ge·führt
  • Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel ur-, met het voorvoegsel auf- en met het voorvoegsel ge-

wurde uraufgeführt

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van uraufführen

wurde uraufgeführt

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van uraufführen
    «Der Schwank "Ein Ruhetag" von Valentin Katajew wurde 1947 in Berlin uraufgeführt
    De klucht "Een rustdag" van Valentin Katajew werd 1947 in Berlijn oeropgevoerd.

uraufgeführt wurde

  1. bijzinvorm eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van uraufführen

uraufgeführt wurde

  1. bijzinvorm derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs lijdende vorm van uraufführen