• upp·vak·tat
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Zweedse werkwoord uppvakta met het voorvoegsel upp-
Naar frequentie 72874

uppvaktat

  1. onbepaald nominatief onzijdig enkelvoud van uppvaktad

uppvaktat

  1. supinum bedrijvende vorm van uppvakta