• un·der·stre·ka
  • Afleiding van het Noorse werkwoord streke met het voorvoegsel under-.
Naar frequentie > 50000

understreka

  1. verleden tijd van understreke
  2. voltooid deelwoord van understreke

understreka

  1. gebiedende wijs van understreke


  • un·der·stre·ka

understreka

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast understreke, zie aldaar

understreka

  1. verleden tijd van understreka
  2. voltooid deelwoord van understreka

understreka

  1. gebiedende wijs van understreka

understreka

  1. verleden tijd van understreke
  2. voltooid deelwoord van understreke

understreka

  1. gebiedende wijs van understreke