uitwaaiert
- Geluid: uitwaaiert (hulp, bestand)
- uit·waai·ert
vervoeging van |
---|
uitwaaieren |
uitwaaiert
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwaaieren
- ... dat jij uitwaaiert.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwaaieren
- ... dat hij uitwaaiert.
- Het woord uitwaaiert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.