Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·spa·rin·kjes
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van uitsparing met het achtervoegsel -kje en met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de uitsparinkjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitsparing