uitonderhandelt
- uit·on·der·han·delt
vervoeging van |
---|
uitonderhandelen |
uitonderhandelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitonderhandelen
- ... dat jij uitonderhandelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitonderhandelen
- ... dat hij uitonderhandelt.
- Het woord uitonderhandelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.