uitoefent
- uit·oe·fent
vervoeging van |
---|
uitoefenen |
uitoefent
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen
- ... dat jij uitoefent.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen
- ... dat hij uitoefent.