uitoefen
- uit·oe·fen
vervoeging van |
---|
uitoefenen |
uitoefen
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen
- ... dat ik uitoefen.
- Het woord uitoefen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
uitoefenen |
uitoefen