Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
uitbouwde
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
uitbouwde
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
uit·bouw·de
Werkwoord
vervoeging van
uitbouwen
uitbouwde
(in een bijzin)
enkelvoud verleden tijd van
uitbouwen
... dat ik
uitbouwde
.
... dat jij
uitbouwde
.
... dat hij, zij, het
uitbouwde
.