tweekleurig grijpstaartstekelvarkentje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·kleu·rig grijp·staart·ste·kel·var·ken·tje

Zelfstandig naamwoord

het tweekleurig grijpstaartstekelvarkentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweekleurig grijpstaartstekelvarken

Gangbaarheid