tweehonderdzevenenzestigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·ze·ven·en·zes·tigs

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdzevenenzestigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdzevenenzestig

Gangbaarheid