tweehonderdzevenentwintigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·ze·ven·en·twin·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het tweehonderdzevenentwintigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdzevenentwintig

Gangbaarheid