tweehonderdzesennegentigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·zes·en·ne·gen·tigs

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdzesennegentigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdzesennegentig

Gangbaarheid