tweehonderdtweeënveertigs
- twee·hon·derd·tweeën·veer·tigs, twee·hon·derd·twee·en·veer·tigs
de tweehonderdtweeënveertigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdtweeënveertig
- Het woord 'tweehonderdtweeënveertigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.