tweehonderdtweeëntwintigs
- twee·hon·derd·tweeën·twin·tigs, twee·hon·derd·twee·en·twin·tigs
de tweehonderdtweeëntwintigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdtweeëntwintig
- Het woord 'tweehonderdtweeëntwintigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.