tweehonderdtweeëntachtigs
- twee·hon·derd·tweeën·tach·tigs, twee·hon·derd·twee·en·tach·tigs
de tweehonderdtweeëntachtigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdtweeëntachtig
- Het woord 'tweehonderdtweeëntachtigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.