tweehonderdnegenennegentigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·ne·gen·en·ne·gen·tigs

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdnegenennegentigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdnegenennegentig

Gangbaarheid