tweehonderddrieënvijftigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·drie·en·vijf·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het tweehonderddrieënvijftigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderddrieënvijftig

Gangbaarheid