tweehonderddrieëntwintigs
- twee·hon·derd·drieën·twin·tigs, twee·hon·derd·drie·en·twin·tigs
de tweehonderddrieëntwintigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderddrieëntwintig
- Het woord 'tweehonderddrieëntwintigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.