tweehonderdachtenzestigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·acht·en·zes·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdachtenzestigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdachtenzestig

Gangbaarheid