tuiniert
- tui·niert
vervoeging van |
---|
tuinieren |
tuiniert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuinieren
- Jij tuiniert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuinieren
- Hij tuiniert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tuinieren
- Tuiniert!
- Het woord tuiniert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.