tricotjes
- tri·cot·jes
de tricotjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tricot
- Het woord tricotjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tricotjes" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be