transitorischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tran·si·to·ri·schers
Bijvoeglijk naamwoord
transitorischers
- partitief van de vergrotende trap van transitorisch
Gangbaarheid
- Het woord 'transitorischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.