Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tra·chee·en

Zelfstandig naamwoord

de tracheeënmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trachee

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be